Cees Zwaan in 'zijn' Koepel
Cees Zwaan in 'zijn' Koepel Tekst en foto: Caroline Spaans

32 jaar in de Koepel: over vriendelijke misdadigers en brutale ontsnappingen

Algemeen

Hillegommer Cees Zwaan werkte 32 jaar voor het ministerie van Justitie in de Haarlemse Koepel. Hij begon in 1985 als bewaker, of, zoals ze dat tegenwoordig noemen: piw-er, penitentiair inrichtingswerker. Toen op 1 juli 2015 de laatste gevangenen werden overgeplaatst, gaf het gebouw tijdelijk onderdak aan vluchtelingen die opgevangen werden door de COA. Zwaan werkt nog 1,5 jaar voor de COA. "Toen in december 2016 de COA hier vertrok, trok ik de deur achter met dicht met het idee nooit meer terug te komen en zie hier. Ik geef gewoon rondleidingen! En er zijn zelfs wachtlijsten!"

De Haarlemse Koepel. Velen kennen het imposante bouwwerk alleen van de buitenkant. Binnen is het minstens zo indrukwekkend. Ieder geluid, hoe zacht ook, galmt in alle toonaarden terug. Als Zwaan begint aan zijn bijzondere verhaal gaat hij op de begane grond dicht bij de muur staan. Anders is hij niet te verstaan, zó verdwijnt slechts één stem in deze ruimte. Wat voor een herrie moet het hier dag in dag uit zijn geweest met ruim 250 gevangen. De groep die Zwaan rondleidt staat dicht om hem heen om geen woord te missen. Je hangt automatisch aan deze man zijn lippen. Een boomlange rasverteller met vriendelijke ogen en handen als kolenschoppen. Type ruwe bolster blanke pit. Hij vertelt smeuïge verhalen over ontsnappingen en vieze wc's. Vriendelijke moordenaars en isoleercellen.

Op zoek naar een zwakke plek

"In 1898 is de Koepel gebouwd en in 1903 officieel in gebruik genomen als strafgevangenis voor de zware jongens", begint hij zijn verhaal. "In 1965 werd de status van 'strafgevangenis' veranderd in 'huis van bewaring'. Het verschil: in een huis van bewaring zit iemand in voorarrest in afwachting van zijn eventuele straf." Voordat de groep de Koepel zelf betreedt, gaat de rondleiding via de bezoekers- sport en recreatieruimte naar de Veste, het naastgelegen vroegere jeugddetentiecentrum. Zwaan: "In het verleden stonden in de bezoekersruimte tien tafeltjes en iedere gedetineerde mocht een keer per week een uur lang drie bezoekers ontvangen. Op enig moment kwamen er dus dertig bezoekers binnen en had je in een relatief kleine ruimte veertig mensen die door twee bewaarders in de gaten werden gehouden. Na dat uur zeiden we: 'Dames en heren, einde bezoekuur!', en gingen er veertig mensen staan. Dan moest je als bewaarder verdomde goed in de gaten houden wie wie was. Na afloop van het bezoek is het wel eens gebeurd dat na het tellen van de gedetineerden we op negen man in plaats van tien kwamen. Toen we via camera's nakeken wat er gebeurd was, zagen we dat hij 'gewoon' met het bezoek naar buiten was gelopen. Met al het toezicht en de bewakingscamera's die er nu zijn, zou zoiets nu onmogelijk zijn. En gevangenen – ze hebben nu eenmaal veel tijd om na te denken tijdens detentie – zullen altijd op zoek zijn naar die zwakke plek." En wapens, heb je die niet nodig als bewaarder? "Nee hoor," zegt hij stellig, "dat wekt alleen agressie op. Voor mijn tijd hadden bewaarders nog zo'n korte gummistok. In de jaren dat ik hier werkte heb ik zoveel gedetineerden ontmoet en ik kan ze vandaag de dag allemaal buiten tegenkomen. Met praten bereik je veel meer. Sowieso waren wij (bewaarders) veel sterker. Winnen doen we altijd."

Bellen naar buiten

Gedetineerden hadden recht op recreatie: zes uur in de week; 1 uur bezoek, twee keer een douchemoment in de week en 2 uur sporten in de week. We lopen door naar de recreatiezaal, waar gedetineerden graag verbleven. Niet omdat ze tv konden kijken of tafelvoetal konden spelen. Nee. Er hingen in deze ruimte vier telefoontoestellen aan de muur. Zwaan: "Die recreatie-uren werden verdeeld in schema's, want je kan ze niet met honderden tegelijk in de sport- of doucheruimte hebben. Omdat in de recreatieruimte een viertal telefoons hing waarvan gedetineerden gebruik konden maken, was de tijd die ze daar konden doorbrengen voor velen de belangrijkste. Als ze op zaterdag 1 uur recreatie hadden en je was in deze ruimte met veertig man en vier telefoons, reken maar uit. Dat zorgde nog wel eens voor klappen over en weer. En stoelen die door de lucht vlogen. Wij hoefden in zo'n geval alleen maar op een alarmbel te drukken en binnen luttele seconden had je vijf, zes collega's die je kwamen helpen. De raddraaiers gingen naar de isoleercel en eigenlijk was het in mum van tijd weer rustig: want ze wilden bellen. In de koepel mochten de gevangen 20 uur per week werken, waarvoor ze 0,76 euro per uur verdienden. Voor dat geld konden ze bijvoorbeeld een telefoonkaart kopen, maar ook sigaretten of toiletartikelen."

'Je moet in dit beroep niet bang zijn om klappen te krijgen'

Dit tussenstuk van de koepel 'De Vest' dat een jeugdgevangenis was, ziet er uit als een 'echte bajes uit de film': een kaarsechte gang met aan weerszijden dikke metalen deuren. De twee etages boven de begane grond tonen dezelfde aanblik.In cel 118 zat ooit Hannie Schaft gevangen. De cel ziet er ongeveer nog uit zoals toen. Er is ook een cel waarin foto's zijn opgehangen van hoe de cel eruit zag toen de gedetineerde helemaal doordraaide en alles kapot maakte wat maar in zijn cel stond. Zwaan: "Die had je er ook bij natuurlijk. Er zijn er die echt op ontploffen staan en maar dít (hij knipt zijn duim tegen zijn middelvinger) nodig hebben om door het lint te gaan. Deze werden dan tijdelijk naar de isoleercel gebracht. Hier verbleven gedetineerden maximaal 14 dagen. Veel gedetineerden mochten van mij, mits ze zich goed gedroegen, regelmatig uit hun cel. Als ze zich rustig gedragen, mochten ze van mij een kop koffie drinken bij hun buurman. Ik zei altijd: de deuren zijn dicht, tenzij...De gedetineerden bepaalden zelf in principe hoelang ze van hun cel mochten door zich rustig te gedragen. Maar uiteraard was ik altijd op m'n hoede. Een gedetineerde reageert altijd anders als u of ik, als-ie een slechte dag heeft. Je moet in dit beroep niet bang zijn om een klap voor je kop te krijgen. Mij is het nooit overkomen, gelukkig. Maar je moet er altijd bedachtzaam op zijn zodra je een deur opent.

14 dagen isoleercel voor bedreigen van personeel

De sympathieke Hillegommer vertelt aan één stuk door over zijn ervaringen. Van de Veste loopt de groep via de gymzaal, de keuken, en de binnenplaats naar de isoleercellen. Naast De Koepel zelf, is dit een zeer indrukwekkend deel van de inrichting. Zeven zeer kleine ruimten met, voor de veiligheid, aan weerszijden een gang en twee dikke deuren in iedere cel die een metalen toilet in de hoek heeft en een klein luikje. Eén cel had ook een zogenaamd 'boeienluik' voor de héél agressievelingen, die voordat de deur openging eerst geboeid werden. Twee cellen hadden ook camera's, die de gedetineerden 24 uur in de gaten hielden. Dat was onder meer voor mensen die suïcidaal waren. Aan het eind van de gangen was een luchtkooi, want deze gedetineerden werden ook dagelijks een uur gelucht. Voor velen vaak het enige moment dat ze even konden roken. Verder hadden ze op cel niets. Tot 17.00 uur hadden ze een blok waarop ze konden zitten en wat ze daarna in konden ruilen voor een matras voor de nacht. Het gebouw waar iedereen op wacht is natuurlijk de Koepel zelf en die wordt bewaard tot het laatst. Het is mooi en bizar tegelijk. Griezelig groot, prachtig qua bouw. Vier etages rondom boven de begane grond. Het is hoog. Zwaan heeft een aantal keren mee gemaakt dat gedetineerden naar beneden zijn gesprongen. Het geluid galmt alle kanten uit. Dat dit ooit een gevangenis is geweest is haast niet voor te stellen. Zwaan: "In 1903 zaten gevangen nog 23 uur achter gesloten deuren. Toen had je geen last van deze akoestiek. Maar met de komst van alle activiteiten, waaronder een tennis-/basket-/voetbalvlak in het midden, en het feit dat gevangen veel meer van hun cel mochten, was de herrie hier niet om te harden soms. Zodra het ene deel op cel zat, was het weer tijd voor het andere deel om buiten te zijn. En zachtjes praten onderling, was er niet bij natuurlijk." Zwaan is nog lang niet uitverteld, maar de tijd is om. De volgende groep staat alweer te wachten.

kijkindekoepel.nl

Op de site van de gemeente Haarlem is te lezen dat De Koepel op 10 april door het Rijksvastgoedbedrijf is verkocht aan de gemeente Haarlem die het direct doorverkocht aan Stichting Panopticon. Panopticon wil een University College in het gebouw vestigen. Een University College is een Engelstalige academische bacheloropleiding. Voor de studenten hun intrek nemen in De Koepel moet er nog veel gebeuren. Er moet voor het onderwijs een accreditatieovereenkomst worden gesloten met de deelnemende universiteiten, het bestemmingsplan moet worden aangepast en vergunningen verleend en De Koepel moet worden verbouwd. Voorlopig worden er nog rondleidingen gegeven. Een uitgelezen kans om de inrichting te zien zoals hij was. Op: www.kijkindekoepel.nl staat tot wanneer en hoe het mogelijk is om in te schrijven.

Uit de krant