Afbeelding
Foto: pr

Jakob Roth’s Struikelsteentje zal blinken tijdens Dodenherdenking

Ingezonden Ingezonden

“Deze week is het 4 en 5 mei, respectievelijk Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. Geen jaar hebben wij overgeslagen. Op 4 mei, zo rond 18.30 uur, zoek ik de vlag op, haal de vlaggenstok uit de schuur, bevestig de vlag door middel van een extra spijkertje half stok, en hang deze in de vlaggenhouder naast de voordeur.

Daarna op weg naar, voorheen de ceremonie in Sassenheim, maar dit jaar naar het Molenduintje in Hillegom. 

Als het donker is geworden, haal ik de vlag binnen en bevestig deze alvast aan top voor de volgende ceremonie, Bevrijdingsdag. Aan het eind van de dag haal ik de vlag van de stok, en berg beide weer op voor volgend jaar.

Maar dit jaar is álles anders. Tijdens het slaan van de klokken precies vóór 20.00 uur, en de twee minuten stilte die volgen, zullen mijn gedachten uitgaan naar Jacob Roth. De in 1943 in een kamp in Polen vermoorde Joodse bewoner van onze woning op de 2e Loosterweg 84 in Hillegom, bijna 80 jaar geleden. De allereerste Dodenherdenking werd op 31 augustus 1945 gehouden in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Het jaar daarop werd de herdenking herhaald op 4 mei. En dit is tot op de dag van vandaag zo gebleven. En mijn gedachten zullen uitgaan naar zijn verloofde Marie Schoen. 

Zij overleefde de oorlog. In gedachten zie ik haar naar de opeenvolgende Dodenherdenkingen gaan, en háár gedachten zullen ongetwijfeld bij haar verloofde zijn geweest.

Het stille ritueel maakt zo’n oorverdovende indruk 

Is Dodenherdenking na 76 edities nog relevant? Ik heb er zo’n 45 van bijgewoond. Van minuut tot minuut wist ik wat er ging gebeuren: de muziek van de Harmoniekapel, de stille tocht vanaf de kerk naar de herdenkingsplaats, het Wilhelmus en de diverse kransleggingen. Maar het is dát vaste, stille ritueel wat zo’n oorverdovende indruk maakt, en tallozen terugvoeren naar die verschrikkelijke jaren én de slachtoffers. De mensen die hun geliefden uit die tijd nog altijd tijdens Dodenherdenking in persoon herdenken, zullen langzaam in aantal verminderen. Het herdenken aan die tijd zál en mág echter niet stoppen naj de laatste overlevende van de Tweede Wereldoorlog. Dit herdenken vergt onderhoud, en dan niet alleen door het netjes voorbereiden van het Molenduintje op de ceremonie, maar vooral in het doorvertellen van de verhalen over de verschrikking, waardoor een ieder blijvend bewust zal zijn: nóóit meer! Dus, laat ons onze Dodenherdenking niet verslonzen. 

Ik zal zelf alvast het Struikelsteentje van Jakob Roth voor onze woning weer helemaal laten blinken.”

Frits Homan.

Uit de krant