Lodewijk Kamps
Lodewijk Kamps Foto: Corine Zijerveld

Afscheid

Column Poespas

Aan alles komt een eind, luidt een oude wijsheid. Dus dit, lieve lezers, wordt mijn laatste column. Ruim twintig jaar lang kregen eerst Ingrid van Alten en daarna ik de gelegenheid om tweewekelijks en later zelfs wekelijks de wederwaardigheden die we in de praktijk beleefden, op schrift te stellen. Dankzij de interactie met de lezers was het zo lang vol te houden. Ingrid mocht van start van de Hillegommer met veelal educatieve columns, waarna ik het stokje mocht overnemen met de meer anekdotische verhalen. 

Nooit zal ik de eerste vergeten, die ging over een dame die om één uur ‘s nachts bij me aanbelde met de vraag of ik naar het Henry Dunantplein wilde komen. “Daar ligt een neergestoken hond”, werd me verteld. Binnen no-time zat ik in mijn kleine Peugeot 106 richting centrum. Daar aangekomen stonden er twee politie-Golfjes met zwaailichten en veel rode en witte linten om het slachtoffer heen. Een boomlange man was om de hond heen aan het ijsberen. De politie probeerde op hem in te praten. Mijn taak was om het broodmes, dat tot aan het lemmet in de hond gestoken was, uit de hond te krijgen. Ik verdoofde samen met de agent de enorme hond waarna we hem in mijn auto tilden. Op de praktijk trok ik het mes er voorzichtig centimeter voor centimeter uit. We gaven hem een infuus, een anti-shockmiddel, een pijnstiller en ik hechtte de steekwond. Wonder boven wonder waren er geen vitale organen geraakt. Aansluitend werd de ‘wakker gespoten’ hond naar een noodopvang gebracht. Twee uur later ging onze wekker omdat we met het jonge gezin een nachtvlucht naar Sardinië hadden. En zo volgden er nog ongeveer 600 belevenissen; de één wat zeldzamer dan de andere, maar door de bank genomen veelal bijzonder te noemen. De grootste motivatie om te schrijven was vooral de wens zo min mogelijk te vergeten: wat je opschrijft onthoud je beter. Ik beschouw het als een groot geschenk dat ik op deze plek in de Hillegommer altijd heb mogen verhalen over wat we zoal meemaken in de dagelijkse praktijk. Het heeft geresulteerd in vier boekjes met gebundelde columns en voor de vijfde liggen er genoeg verhalen klaar, maar heeft de tijd ontbroken om er een (laatste?) boekje van te maken. Het vierde boekje is geheel door wijlen Hummie van der Tonnekreek geredigeerd en zij heeft dat voortreffelijk gedaan. In de tijd dat de columns verschenen is de praktijk veranderd van de kleine dierenkliniek Kamps (2,5 medewerker) tot de grote Sterkliniek Hillegom (bijna 20 medewerkers) en later zelfs Anicura Hillegom. In 2019 ben ik in de kabbelende dependance in Hoofddorp gaan werken om daar een bruisende ‘stand-alone’ kliniek van te maken. Dat is gelukt en nu gaan we verhuizen naar Brabant. Daar zullen we de komende 7 jaar van ons werkzame leven de gezelschapsdieren gaan helpen. Dag en nacht! Het gaat jullie goed.

Uit de krant