Afbeelding
Foto: pr

Avondklok: vrijheid en onvrijheid

Column Notenkraker Notenkraker

Wat een gedoe vorige week over de avondklok. Iets met de wettelijke grondslag voor de avondklok die niet voldoende zou zijn. Ondanks dat 94 procent van de mensen geen moeite heeft met de ingestelde avondklok vond een corona-rebel het toch nodig de rechtmatigheid ervan te betwisten bij de rechter. Dit vanwege de ‘enorme beperking van de persoonlijke vrijheid van de burger’.

De commotie was groot toen bleek dat de rechter daar wel oren naar had. Ze maakte korte metten met de toepassing van de wet ‘Buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag’ als wettelijke grondslag voor het instellen van een avondklok, bovenop andere coronamaatregelen. Die wet is daar niet voor bedoeld, maar voor direct gevaar zoals een dijkdoorbraak. De regering ging meteen in hoger beroep en repareerde pijlsnel de wettelijke grondslag door een spoedwet in een paar dagen door de Tweede en Eerste Kamer te jassen. Daarmee kan in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep (vrijdag aanstaande) de lopende avondklok gehandhaafd worden. Een verwarrend jojo-beleid en gezichtsverlies voor de regering wordt hiermee voorkomen. Ook nog eens in verkiezingstijd. Alle commotie voorbij en deze kwestie loopt met een sisser af. Dus over tot orde van de dag? Nou, als je een hoekje van het tapijt oplicht….

Een avondklok is balanceren tussen vrijheid en onvrijheid. Feiten en belevingen spelen daarbij een belangrijke rol. Met een avondklok in oorlogstijd zullen weinigen problemen hebben. Maar in vredestijd met een onzichtbare vijand? Vorig jaar vierden we 75 jaar vrijheid, zij het bescheiden vanwege corona.

Bij vrijheid kunnen velen zich van alles voorstellen, vooral zij die al een leven lang in vrijheid leven. Vrijheid kan zo zelfs een gevaarlijke vanzelfsprekendheid worden. Vrijheid moet immers beschermd worden.

Bij onvrijheid kunnen veel minder mensen zich van alles voorstellen, sommigen zelfs helemaal niets. Het is niet altijd herkenbaar. Natuurlijk, we zien de tv-beelden van onvrijheid in de wereld. Maar of het ook echt opgemerkt en meebeleefd wordt? Het doet me denken aan het beroemde schilderij van de Belgische kunstschilder René Magritte. Hij schilderde met olieverf een pijp en gaf de ondertitel mee: ‘Ceci n’est pas une pipe’, ‘Dit is geen pijp’. Hij bedoelde daarmee te zeggen: ‘Het is een afbeelding van een pijp. Niet meer dan een met olieverf beschilderd doek’. Werkelijkheid en afbeelding zijn niet hetzelfde.

De generatie in Nederland die nog onvrijheid aan den lijve ondervonden en overleefd heeft is bijna uitgestorven. De laatste getuigen van onvrijheid in Nederland zijn er binnenkort niet meer. En de generatie die nog uit de eerste hand de verhalen over onvrijheid kunnen navertellen slinkt alsmaar. De onvrijheid van de periode 1940 – 1945 is geschiedenis geworden. Onvrijheid bestaat niet langer in Nederland, zelfs bij een avondklok niet. Als je maar met onvrijheid kan omgaan. Onvrijheid wil niet zeggen dat je niets mag doen. Je kunt ook andere dingen gaan doen, jezelf vermaken bijvoorbeeld. Wel zo uitdagend en productief.

Misschien is het wel eens goed een avondklok te ervaren. Het biedt een kans om na te denken over wat essentieel is in het leven, om straks nog meer te kunnen genieten van vrijheid. Met gezondheid de belangrijkste waarde in het leven.

Notenkraker is een column van Jos Draijer en verschijnt om de week in De Hillegommer. Reageren? Mail naar: redactie@dehillegommer.nl..

Uit de krant