Afbeelding

Land zonder regering?

Column Notenkraker

Voor mensen uit de Bollenstreek is buurland België dichterbij dan Groningen. Daarom volg ik regelmatig wat er in België gebeurt op politiek en maatschappelijk vlak. Dan val ik soms van de ene in de andere verbazing.

Neem nu de parlementsverkiezingen. De laatste verkiezing van het Belgisch federaal parlement vond plaats op 26 mei 2019, bijna 16 maanden geleden. Een heel hoge opkomst want in België is stemmen nog verplicht. Maar door politieke onwil en onvermogen is er nog steeds geen regering gevormd die recht doet aan de verkiezingsuitslag. Experts letten op de winkel, werken lopende zaken af, meer niet. Grote noodzakelijke besluiten, bijvoorbeeld over klimaat en de hervorming van het sociaal zekerheidsstelsel, blijven hierdoor uit. De belangrijkste reden voor het uitblijven van de vorming van een echt kabinet is de enorme hoeveelheid politieke partijen die in 2019 in het federale 150 koppige parlement gekozen zijn. Twaalf politieke partijen, de kleinste met twee zetels, de grootste met 25 zetels en zes partijen met tussen de 10 en 20 zetels. Nog erger, er is op dit moment geen uitzicht op een politieke doorbraak. Het is dus niet verwonderlijk dat uit onderzoek blijkt dat ruim 72% van de burgers van mening is dat het democratisch model niet meer werkt. Zelfs 52% van de Belgen geeft aan dat hun interesse in politiek sterk is afgenomen. Als het gekozen federale parlement België al niet bij elkaar kan houden, wie dan wel? Critici zeggen: het koningshuis, Brussel als hoofdstad van de Europese Unie, het Belgische nationale voetbalelftal dat goed presteert en enkele top wielrenners. Een land zonder regering, hoe lang gaat dat nog goed?

Maar nu Nederland. De laatste kabinetsformatie in 2017 heeft toen ruim zeven maanden geduurd en er waren vier partijen nodig om een regering te vormen. Daar kan de politiek er dus ook wat van. Dat wordt weer actueel want, net terug van vakantie, staan de politieke partijen al weer in de campagnestand voor de parlementsverkiezingen van maart 2021. Partijprogramma’s worden afgerond, lijsttrekkers gekozen en kandidatenlijsten opgesteld. Uit de peilingen blijkt dat de kiezers als prioriteiten zien: de zorg, de economie, het klimaatbeleid, de aanpak van de Coronacrisis, de veiligheid en politie. Politieke partijen weten dus wat ze te doen staat. Probleem is echter dat politieke partijen over deze onderwerpen grondig van mening verschillen. Mogelijk zodanig dat dezelfde politieke onwil en het onvermogen die België al bijna anderhalf jaar parten spelen bij de vorming van een regering, ook in Nederland zich zal voordoen. Wie wil met wie regeren? Over de linkse of de rechtse flank? Of toch door het midden?

Tel daarbij op de verdere versplintering in het politieke krachtenveld van het Nederlandse parlement, de noodzaak om ook in de Eerste Kamer voldoende steun te hebben. Het feit dat parlementsverkiezingen tijdens een economische recessie plaatsvinden met veel openstaande rekeningen voor de staat. Maar ook de dubieuze nieuwverspreiding via sociale media, en het wordt duidelijk dat de kabinetsformatie een langdurig en uiterst ingewikkeld proces kan worden.

Hopelijk gaan we hier niet dezelfde kant op als in België want dan haakt de burger af. Een land zonder regering? Moet je niet willen.

Notenkraker is een column van Jos Draijer en verschijnt om de week in deze krant. Reageren? Mail: redactie@dehillegommer.nl.

Uit de krant