Afbeelding
Foto: Cor de Mooy

Rollercoaster

Column

Ik was bezig met een ruwharige teckel, die in het visdraad was vastgeraakt, toen ik werd gebeld door een dame in paniek: "Mijn kat is gegrepen door een hond. Ik weet niet eens meer of hij wel leeft. Kunnen we meteen langskomen?" Dat was natuurlijk geen probleem.

Snel ging ik verder met de ingewikkelde kwestie van de aan de haak geslagen hond. De vishaak zat met zijn weerhaakjes muurvast onderhuids en we moesten het hondje zelfs verdoven om het mogelijk te maken het gemene ding eruit te krijgen. Het idee dat zulke haakjes in de tere mond van een vis vastzitten is eigenlijk weerzinwekkend. Maar dat terzijde. Net toen de mensen met de kat binnenkwamen had ik het martelwerktuig er in twee delen uit en kon ik het hondje 'wakker' spuiten. Er zaten een paar hechtingen in de poot als herinnering aan het zondagmiddagavontuur. Het drietal met de kat was in alle staten. De dame huilde, de man keek stil voor zich uit en de chauffeur zag bleek. "Het is toch ongelofelijk, zo loopt ie nog gewoon rond en zo is dit gebeurd."

Het kwijl van de hond zat over het hele lijfje. Ze lag in een plastic krat in de handdoeken en zag er nog helemaal intact uit. Geen wonden, geen bloed, alleen maar slijm en nattigheid. Maar ze leefde inderdaad niet meer. "Ik herken haar eigenlijk niet eens meer, nu ze er zo bij ligt," zei de man. Ik vroeg instinctief of ze gechipt was. Nee, dat was ze niet. Ten overvloede haalde ik toch de chiplezer langs het levenloze lijfje. Bliep! Wat krijgen we nou? Toch een chip? Ik vulde het nummer op de zoek-website in. Er kwam een eigenares en een adres tevoorschijn dat vlak in de buurt woonde van het drietal bij mij in de kamer. Ongeloof vulde de ruimte. Ze waren niet met hun eigen kat gekomen, maar met een kat uit de buurt. Niet hun kat was doodgebeten, maar de kat van iemand anders.

Van blijdschap was toch geen sprake. Ook niet van opluchting. Het simpele feit dat er een kat was doodgebeten was te erg en zorgde voor verdriet en gelatenheid in de spreekkamer. Ik stelde voor dat ik de echte eigenares zou bellen. Die schrok even later ontzettend en raakte overmand door emoties. Het was een flipperkast van ellende. We besloten het slechte nieuws even in te laten dalen en later op de middag nog met elkaar contact te hebben. Het drietal ging weer naar huis en belde mij een uur later op. Hun eigen kat was weer gewoon komen binnenlopen! Gelukkig had ik in dit geval de chip toch gecontroleerd, anders hadden zij thuis een soort geestverschijning vermoed. De twee katten leken als twee druppels water op elkaar.

Uit de krant