Afbeelding
Foto: Corine Zijerveld

Instortingsgevaar

Column Poespas

In de waanzinnige drukte waar zoveel praktijken momenteel mee te maken hebben (personeelsgebrek, Corona-gevolgen*, toenemende zorgvraag) werd de toch al volle wachtkamer geconfronteerd met een ultiem spoedgeval. Een pup (een mini-Pomeriaan van 550 gram) was omgevallen en lag amechtig op zijn zij te hijgen. 

De eigenaren dachten dat hij dood zou gaan en kwamen in paniek binnen. De mensen die ik in de spreekkamer aan het helpen was vroeg ik vanzelfsprekend of ze weer even terug de wachtkamer in wilden gaan, opdat ik de in nood verkerende pup zou kunnen helpen. Dat was natuurlijk geen probleem. Ik probeerde de eigenaren van Nemo enigszins te kalmeren en vroeg ze wat er gebeurd was. Het enige dat ik begreep uit het paniekverhaal was dat hij die ochtend nog goed was. Er is een aantal mogelijkheden waar je dan eerst aan moet denken: hart- of leverproblemen, een hersenbloeding door trauma of te weinig glucose in het bloed. De temperatuur was goed, de hartslag was regelmatig en de kleur van de slijmvliezen was in orde. Ik besloot in een gedachtenflits een druppel bloed af te nemen om glucose te meten: bij een hondje van 550 gram zijn de bloedvaatjes kleiner dan bij een cavia! Maar het lukte wonderwel, vooral omdat Nemo niet tegenspartelde. De meter kon geen waarde vinden, zo laag was de suikerspiegel! Uiteindelijk kan dat tot de dood leiden als het te lang aanhoudt. In het ander pootje moest ik dus een infuusje zien te krijgen om een verdunde hypertone glucose oplossing te kunnen toedienen. Met de huilende en zeer ongeruste eigenaren aan de andere kant van de tafel en met de hulp van de assistente lukte het om het infuusje aan te brengen. Heel voorzichtig diende ik de levensreddende vloeistof toe. Terwijl ik me omdraaide om de spuit weer neer te leggen zei ik: “Het kan zijn dat Nemo zo alweer bijkomt!” En terwijl ik dat zei hoorde ik enthousiast gegil: “Daar is ie weer!” En jawel hoor, als uit de dood herrezen stond Nemo weer op zijn pootjes! Het wonder was geschied. En het spannende kwam nu pas: hoe houden we de glucosespiegel op peil? Want bij zulke kleine diertjes is de stofwisseling nog dusdanig fragiel dat er snel een recidief op de loer ligt. We hielden Nemo dus nog even op de praktijk om hem goed te kunnen monitoren. De eigenaren liepen de wachtkamer in en zeiden emotioneel dat ze net getuige waren geweest van een Lourdes-achtig wonder! In de tussentijd kon ik die overvolle wachtkamer ‘leeg’ maken en aan het einde van de dag mocht Nemo weer naar huis. Elk uur hadden we energierijk voer aangeboden en de volgende dag bleek het weer prima met hem te gaan. Elke dag dat hij ouder wordt zal de kans op een suikergebrek kleiner worden. Dit zijn de momenten dat je weet dat je het verschil kunt maken.

*vanwege niet gevaccineerd-zijn worden helaas veel mensen ziek

Poespas is een column van dierenarts Lodewijk Kamps en verschijnt wekelijks in De Hillegommer

Uit de krant