Afbeelding
Foto: Cor de Mooy

Stof tot nadenken

Column Poespas

Ik nam vanaf 18.00 uur op zondag de dienst van een collega over in verband met een ruilactie. Zij had het hele weekend al ontzettend veel patiënten gehad. In zoverre kwam de ruil eigenlijk best goed uit. Ik kon fris aan de zondagavond beginnen. Er moest een pootje gespalkt en een wond in een zoolkussen behandeld worden. En toen kon ik weer naar huis rijden. Maar juist voordat ik thuis was rinkelde de telefoon weer op de bijrijdersstoel. Ik nam op en hoorde de eigenares zeggen dat haar hond van 1.5 jaar oud sinds vanmiddag kotste en er vanavond enkele repen van een handdoek of ligdeken uit had gebraakt.

Ik besloot meteen om te draaien en de eigenaren met hond naar de kliniek te laten komen. Ik was er royaal eerder dan dat zij er waren. De grote BernerSennehond Indy kwam vrolijk kwispelend binnen: hij stapte dood gemoederd op tafel en liet zich nonchalant onderzoeken. Er was echt helemaal niets raars aan hem te vinden. Een super soepele en niet pijnlijke buik, een normale temperatuur, mooi slijmvliezen, een rustige hartslag, etc. Toch besloot ik een röntgenfoto te maken op basis van het verhaal: op die opname zag ik indirecte aanwijzingen dat de darmen stillagen. Het leek me nu helemaal beter om Indy open te maken. Een assistente was er binnen tien minuten, want alleen kan ik dat niet. De eigenaren namen betraand afscheid van hem en wij gingen razendsnel en routineus aan de slag. Uit het verhaal was gebleken dat Indy bij de dagopvang in een hok zat met een vloerkleed en dat hij dat steeds aan stukken scheurde. Dom genoeg had hij daar wat van opgegeten. Het kon natuurlijk zijn dat alles er al uit was en dat we dus voor niets zouden opereren. Maar het leek aannemelijk dat er nog wel wat in de darmen was achtergebleven. Na een half uur moest ik slikken: van de maag tot aan de dikke darm zat het hele kanaal propvol met een langgerekt voorwerp: ik moest op drie posities de darmen insnijden en haalde er nog driekwart van de handdoek uit, waarop hij had gelegen. De jonge hond was zich niet bewust van de dodelijke consequentie van dat gedrag. De darmen waren vuurrood en slap. Het buikvlies was licht ontstoken. Het zou een hele klus worden om dit te boven te komen. Samen met de assistente spoelde ik de buik enkele keren. Daarna controleerde ik de darmen en de hechtingen. Alles zat goed dicht en er zat weer enige beweging in het darmkanaal! De buik kon worden dicht gehecht en het spannende postoperatieve tijdperk kon beginnen. De volgende ochtend liep hij vrolijk mee. Een week later zag de wond er mooi uit en had hij al normaal gepoept. En weer enkele dagen later mochten de hechtingen eruit. Indy was genezen. De dagopvang waar hij enkele dagen per week was, had iets om over na te denken.

Uit de krant