Het is wat het is...

Column Poespas

Op het spreekuur kwam een gezin, vader, moeder, twee jonge kinderen, met hun 12 jaar oude poes Nala. Zij was het liefje van iedereen. Ze sliep op de kamer van het oudste kind, ze lag op schoot bij het jongste kind en ze lag meestal overdwars op de laptop bij de moeder, die thuis werkte. De vader mocht haar 's avonds naar buiten laten en hij ging pas slapen als Nala weer binnen was; hoe laat dat ook was. Nala kreeg veel liefde, maar Nala gaf ook heel veel liefde. Helaas at ze al een paar dagen wat minder. Reden genoeg voor het hele gezin om met haar langs te komen. Nieuwsgierig stapte ze uit haar vervoersmandje. De staart omhoog, sierlijk zwaaiend door de lucht. Ze was mager geworden. Bij het algemeen onderzoek viel de wat volle buik meteen op. Haar gebit, haar hart, haar pols, haar ademhaling waren allemaal goed. In het gebied van de schildklier trof ik geen afwijkingen aan. Ik focuste me op haar buik. Net achter de ribboog voelde ik een hele kleine uitpuiling van de lever, althans, zo leek het. Verder voelde ik normale darmen, normale nieren en een normale blaas. Ik besprak wat er allemaal met de lever aan de hand kon zijn en welke onderzoeken er nodig waren om dat aan te tonen of uit te sluiten. Röntgenfoto, echo, biopsie, kijkoperatie, etc. Dat behoorde allemaal niet tot het wensenpakket noch tot de mogelijkheden van de eigenaren. Liever wilden ze een kuurtje om haar beter te maken. Met alle besproken beperkingen van een therapie zonder diagnose kreeg Nala 2 soorten medicijnen mee. Vol goede hoop vertrokken ze. Drie dagen later zaten ze weer in de wachtkamer. Nala had nog altijd niets gegeten. Ze was slap en wankel geworden. En bleek. En hijgde. En haar buik was toch dikker. Ik voelde er heel voorzichtig in: de bult bij de lever was vijf keer zo groot geworden…Dit was slecht nieuws. Heel slecht nieuws. Een gezwel in de lever. De kinderen waren op school. We konden geen beslissing nemen zonder dat zij erbij waren. Ik schreef een 'absentiebriefje' dat de ouders mee naar school konden nemen om de kinderen op te halen uit de lessen. Hartverscheurende taferelen speelden zich even later af in de spreekkamer. Zelden zoveel verdriet gezien. Hun opa was de maand ervoor overleden. En daar kwam deze rampspoed nog eens overheen. Ze kregen alle tijd om Nala nog te knuffelen. Maar toen kwam het onvermijdelijke moment van het in laten slapen. De kinderen hielden Nala dapper in de armen en ze prevelden lieve woordjes. Nala gaf kopjes en spinde zelfs heel zachtjes. Dat doen katten wel vaker in de laatste momenten. "Ga je lekker naar opa toe?" vroeg de oudste. Vader en moeder huilden hun zakdoeken nat. Als ik iets anders kon had ik wat anders gedaan. Maar Nala moest een lijdensweg bespaard worden. En dat was mijn taak. Zonder strijd sliep Nala rustig in. Bij het afscheid zei het oudste kind: "Ik hoef u nooit meer te zien." Dat begreep ik.

Uit de krant