Afbeelding
Foto: Cor de Mooy

Inkeer

Column Poespas

Vrijdagavond had ik dienst en werd gebeld door iemand met een Cocker Spaniel. De hond Joe schudde sinds 20.00 uur ' s avonds aldoor met de kop. En hij piepte. Joe was meteen verdacht van een grasaar in zijn oor. Ik adviseerde om langs te komen. Op de praktijk aangekomen liet Joe zich zonder sedatie niet in de oren kijken. Ik bracht dus een infuusje aan waarin de verdovende vloeistof zat. Eerst keek ik in het linkeroor: niets te vinden.

Toen keek ik in het rechteroor: ook daarin leek niets te zitten. Dat was vreemd. Ik pakte een langere tuit en verving mijn eigen bril door die van een assistente met +3 glazen. Die ligt altijd ergens op een geheime plaats.

Als ik die bril opzet voel ik me net Freek de Jonge met sterk vergrote ronde ogen, maar niet zo grappig natuurlijk. Ik tuurde in de diepte en zag in de verte de contouren van de haren van een grasaar! Die zat diep. Het was onmogelijk dat die er pas net in terecht was gekomen. Dit was een reeds lang in het oor aanwezige grasaar die langzaam maar zeker richting trommelvlies was gekropen ("kruipertjes" worden ze ook genoemd) en nu voor grote irritatie zorgde. De eigenares vertelde dat ze een hond kende die was overleden aan hersenverschijnselen, waarbij ze na sectie zelfs een grasaar in de hersenen aan hadden getroffen! Die was dus door het trommelvlies heen gegaan en zo verder gekropen naar de hersenen. Het klonk ongeloofwaardig, maar zo heftig kan het eventueel gaan! Ik wist dat dit ding er hoe dan ook uit moest. De tuit was lang en mijn grijptangetje relatief kort. Het zou een lastige klus worden.

Poging één mislukte. Poging twee ook. Poging drie tot en met zeven ook. De eigenares en haar vriendin begonnen ongemakkelijk heen en weer te bewegen. "Heeft u dit al eerder gedaan?" vroeg de vriendin van de eigenares. Gebaseerd op de waarheid en niets anders dan de waarheid kon ik zeggen dat ik dit in dertig jaar al ontelbare keren had gedaan. Maar dat er altijd een eerste keer kan zijn dat iets niet lukt. En dat mijn credo is: de aanhouder wint.

De vriendin ging zuchtend naar buiten om een sigaretje te roken. "Ik hoor het wel als het gelukt is" zei ze nog, terwijl ze naar de deur slofte. "U blijft er wel bij? Vroeg ik aan de eigenares. "Ja hoor, ik blijf bij Joe", zei ze met een verontschuldigende glimlach. Bij poging acht trok ik de ultradiepe grasaar in één ruk uit het oor! Ik spoelde het oor nog na, gaf een oorzalf mee en gaf Joe een 'wakker-wordt' spuit.

Een dag later stond ik op het heerlijke Hillegomse Muziekfeest. Ik werd ineens op mijn schouder getikt; het was de ongeduldige dame van de avond ervoor. "Wat wil je drinken van me, ik ben zo blij dat het je gelukt is!" En ze omhelsde me. Mede daarom werd het een prachtavond met Frans Bauer en de Snollebollekes.

Uit de krant